Aandelenwaardering bij een gedwongen exit: hoe wordt de prijs bepaald?

In dit vorige artikel kon u lezen hoe een aandeelhouder via de wettelijke geschillenregeling verplicht kan worden om de aandelen van een medeaandeelhouder over te nemen, tegen een door de rechter vastgestelde prijs. Maar hoe komt die prijs tot stand? Welke factoren wegen door in de waardebepaling? Advocaat Marlies Janssens zet de basisregels helder uiteen.

De peildatum als ijkpunt: wanneer wordt de aandelenprijs vastgelegd?
Een van de eerste vragen bij de waardebepaling is het juiste referentiepunt: op welk moment wordt de waarde van de aandelen vastgelegd? Omdat deze waarde evolueert, is de peildatum - het tijdstip waarop de aandelen worden gewaardeerd - van cruciaal belang. De basisregel is dat de waarde van de aandelen geraamd wordt op het ogenblik waarop de rechter de overdracht of overname van de aandelen beveelt. De rechter mag in principe geen rekening houden met de omstandigheden die tot de vordering hebben geleid, noch met het gedrag van de aandeelhouders als gevolg daarvan.
Een terugblik naar de casus uit onze vorige nieuwsbrief om dit te illustreren:
A en B, een echtpaar, richten samen een vennootschap op en worden beiden aandeelhouder. Tien jaar later eindigt hun huwelijk, en blijkt ook een professionele samenwerking niet langer haalbaar. Geen van beide echtgenoten treft een duidelijke fout.
In deze situatie mag de rechter bij de prijsbepaling in principe geen rekening houden met:
- De omstandigheden die tot de vordering hebben geleid: in dit geval de huwelijksproblemen tussen A en B.
- Het gedrag van de aandeelhouders als gevolg daarvan: zoals het feit dat A en B, door hun privéconflict, binnen de vennootschap essentiële informatie voor elkaar verborgen hielden en geen gezamenlijke beslissingen meer namen.
De omstandigheden die hebben geleid tot de vordering tot uitsluiting of uittreding van een aandeelhouder, kunnen de aandelenwaarde immers beïnvloeden, zowel positief als negatief. De actuele waarde kan daardoor hoger of lager liggen dan voor het conflict. Om tot een correcte prijsbepaling te komen, moet de rechter de actuele waarde bijstellen naar het niveau van vóór de onenigheid.

Gerechtelijke correcties van de aandelenprijs: wanneer de rechter de waarde bijstuurt
In uitzonderlijke gevallen, wanneer een strikte toepassing van de basisregels tot een kennelijk onredelijk resultaat zou leiden, kan de rechter de prijs van de aandelen corrigeren. Dit kan op twee manieren:
- Door een andere peildatum te hanteren: een eerder of later tijdstip dan het moment waarop de rechter de overdracht of overname beveelt.
- Door toch rekening te houden met de omstandigheden of het gedrag van de partijen, indien objectief kan worden vastgesteld dat deze een invloed hebben gehad op de aandelenwaarde.
Volgens vaste cassatierechtspraak zijn dergelijke correcties enkel toegestaan wanneer de rechter vaststelt dat de omstandigheden of het gedrag van de partijen in het concrete geval de waarde van de aandelen daadwerkelijk hebben beïnvloed. Louter verwijzen naar een ernstige en duurzame onenigheid volstaat niet: de impact op de aandelenwaarde moet concreet worden aangetoond. In alle andere gevallen blijven de basisregels strikt van toepassing.
Praktijkvoorbeeld Hof van beroep Gent, 8 januari 2024: hoe een aandeelhoudersgeschil de waardering beïnvloedt
Een recente uitspraak van het Hof van beroep van Gent (8 januari 2024) illustreert hoe rechters omgaan met de waardering van aandelen in conflictsituaties.
We keren terug naar het voorbeeld van A en B. Beide aandeelhouders zijn tevens bestuurders van een gezamenlijk bank- en verzekeringskantoor (hierna: de gezamenlijke vennootschap). Daarnaast is A al jarenlang aandeelhouder en bestuurder van een eigen, concurrerende vennootschap. Na hun feitelijke scheiding en latere echtscheiding vordert A de uitsluiting van B.

B stelt echter dat A tussen 2012 en 2014 klanten en bijhorende portefeuilles heeft overgeheveld van de gezamenlijke vennootschap naar haar eigen onderneming.

De rechter in eerste aanleg wijkt op twee punten af van de basisregels:
1. De peildatum wordt vervroegd naar de datum van dagvaarding.
2. De deskundige krijgt de opdracht om bij de aandelenwaardering ook eventuele onregelmatigheden in het bestuur of de boekhouding na de feitelijke scheiding in rekening te brengen.
Het deskundigenonderzoek bevestigt dat A effectief polissen en bankproducten heeft overgedragen naar haar eigen vennootschap, waardoor de gezamenlijke vennootschap ongeveer € 35.000 aan commissies misliep. De rechter beslist daarom dat deze schade verrekend moet worden in de aandelenprijs en legt A een gecorrigeerde (hogere) overnameprijs op.
A is het oneens en gaat in hoger beroep, met als argument dat zij de gezamenlijke vennootschap niet heeft benadeeld en dat de aandelenwaarde juist met € 35.000 verlaagd zou moeten worden.
Het hof van beroep bevestigt de door de eerste rechter toegepaste correctie en baseert zich daarbij op de volgende overwegingen:
- Hoewel de concurrerende vennootschap al langere tijd bestond, werd de combinatie van bestuursmandaten in beide vennootschappen minstens vanaf het ontstaan van de huwelijksproblemen problematisch. Uit de feiten blijkt duidelijk dat A haar niet-concurrentieverbintenis, die inherent was aan haar bestuursfunctie, heeft geschonden.
- A had er geen persoonlijk belang meer bij om zich in te spannen voor het behoud van cliënteel van de gezamenlijke vennootschap. Door haar handelen daalde de waarde van de aandelen van de gezamenlijke vennootschap, wat in haar voordeel speelde aangezien zij deze van B wilde overnemen. Tegelijkertijd steeg de aandelenwaarde van haar eigen concurrerende vennootschap.
- Daarnaast had A een vermogensrechtelijk tegenstrijdig belang, aangezien zij bezoldigd bestuurder was in de concurrerende vennootschap.
Op basis van deze vaststellingen oordeelde het hof dat in dit uitzonderlijke geval wél rekening moest worden gehouden met de waardevermindering door de afgeworven commissies. De conclusie luidt dan ook dat A verplicht is een gecorrigeerde, hogere aandelenprijs aan B te betalen.

Juridische begeleiding bij aandeelhoudersgeschillen: NOMA staat voor u klaar
Bovenstaand arrest onderstreept hoe complex en betwistbaar de waardering van aandelen in een conflictsituatie kan zijn, waarbij discussies jarenlang kunnen aanslepen. Voor aandeelhouders is het daarom van cruciaal belang om zich van meet af aan juridisch te laten begeleiden.
Heeft u juridische bijstand nodig bij een procedure tot uitsluiting of uittreding van aandeelhouders? Of wenst u advies over mogelijke alternatieven, zoals de gezamenlijke verkoop van aandelen aan een derde partij of de ontbinding van de vennootschap? Heeft u vragen over de waardering van uw aandelen in een conflictsituatie en de juridische onderbouwing ervan?
NOMA beschikt over jarenlange expertise in geschillenbeslechting binnen vennootschappen. Onze advocaten begeleiden u met strategisch inzicht en diepgaande juridische kennis, zodat u weloverwogen beslissingen kunt nemen. Neem contact op.
Op zoek naar een toegewijde advocaat?
Het team van NOMA staat voor u klaar met gespecialiseerd advies en begeleiding op maat in een vertrouwelijk kader!
Neem gerust contact op voor een persoonlijk gesprek op onze kantoren in Brussel, Brugge of Kortrijk.
Juridische tips onderweg?
Welkom bij Law by NOMA, een glasheldere blik op de juridische actualiteit. In deze podcast delen de advocaten van NOMA hun expertise. Praktisch, toegankelijk en to the point, op maat van ambitieuze ondernemers en bedrijven.